Mimosagele muren

 Het verhaal van Cora & Wil achter de tekst van ‘Perfect’

“Tsja,… zo kan alles ineens helemaal anders zijn”, zegt de bloemenverkoper, terwijl ik mijn blik laat glijden langs de bontgekleurde bossen in zijn stations winkel. Sinds hij mij ooit heeft zien zingen in het liedjesprogramma van mijn vriend Barry, noemt hij mij steevast (en met veel te veel eer) ‘de zangeres’. Ik vraag me af of ik de trilling in zijn stem goed heb waargenomen en probeer ondertussen een keuze te maken tussen de fleurige boeketten op de grond.

“Toen zat ik nog met mijn vrouw samen in het publiek, nu is ze er niet meer”, vervolgt hij met vochtige ogen. Dus toch. Ik ben er even stil van. Onhandig wurm ik een bos gerbera’s uit een emmer en loop naar de toonbank. Terwijl hij de bloemen met gekleurd papier, cellofaan en lintjes behendig omtovert tot kunstig cadeautje, vertelt hij vol ontroering over haar: zijn jeugdliefde, de moeder van zijn kinderen, zijn levensmaatje. Over hoe ziek ze was, hoe snel het ging en hoe ze hem op een dag had gevraagd om de moderne, grijze muren in hun huis fel ‘mimosa geel’ te verven. Ze had ‘de zon’ nodig om dit aan te kunnen.  

Hij zet een kopje koffie voor me. Ik vertel hem dat ik voor het jaarlijkse liedjesprogramma weer een duet aan het bewerken ben: ‘Perfect’ van Ed Sheeran en Beyoncé. Nog voordat ik hem kan vragen of hij het kent zegt hij: “Nou,… dat was ons liedje!” Kippenvel golft over mijn armen als hij vertelt, dat ze in de periode na de verpletterende diagnose samen veel troost hebben geput uit dit nummer. Ook beschrijft hij meerdere momenten waarop de popsong op magische wijze ‘voorbij is komen waaien’. Zo zette hij vlak nadat ze voorgoed afscheid van elkaar hadden genomen, nog in staat van verdoving, gedachteloos de televisie aan. Prompt kwam er een kinderkoor in beeld dat klaarstond om een liedje in te zetten. “Drie keer raden welk liedje dat was!”

Inmiddels weet ik het zeker, mijn bewerking van ‘Perfect’ gaat over hem. Over de bloemenman en zijn vrouw. Over het leven dat ze samen deelden en over het onbeschrijflijke gemis nu zij er niet meer is. Tweeënveertig jaar waren ze getrouwd. “Niet te lang om me treuren als ik er niet meer ben hoor!”, had ze haar geliefde nog meegegeven. Hij doet zijn best, maakt er het beste van,… maar de leegte valt hem zwaar, heel zwaar. Ik vraag hem tot slot naar haar naam: “Cora, zo heet ze.” Zijn ogen glimmen even.

In de weken die volgen neem ik ze in hart en gedachten overal mee naartoe. Naar bed, onder de douche en zelfs op vakantie naar Vietnam. Het rijmschema van het nummer blijkt een ingewikkelde hersenkraker. De perfectionist in mij eist bij een nummer dat nota bene ‘Perfect’ heet natuurlijk niks minder dan een perfecte bewerking, die hun verhaal eer aandoet. Ondertussen vliegt de vakantie voorbij en begint de tijd te dringen.

‘Nhân Duyên’ heet het lokale eethuisje in Hoi An, waar we in totaal negen keer aanschuiven voor een avondmaaltijd. De sympathieke eigenaresse Nhân heeft zichzelf uitgedaagd om ons elke dag kennis te laten maken met een ander smakelijk gerecht uit de Vietnamese vegetarische keuken. Acht dagen op rij genieten we van liefdevol bereide noodles en curry’s, terwijl in het restaurant de locals geanimeerd met elkaar kletsen en de brommertjes over de aangrenzende weg voorbij knetteren. Nooit klinkt er muziek. 

De negende en laatste avond staan we (met twee potjes gedroogde nepvisjes en een fles vissaus zonder vis voor thuis) bij de kassa. De zoon van Nhân is boven in het (eet)huisje en besluit spontaan wat muziek op te zetten. “My favorite song!”, roept hij enthousiast naar beneden. Ik twijfel even of ik het goed hoor, maar als de volumeknop boven verder wordt opengedraaid vult de ruimte zich toch ècht met de stemmen van Ed en Beyoncé: ‘Perfect’! Kippenvel in een vegetarisch restaurant.

Een dag nadat we geland zijn word ik overvallen door een venijnige griep, die me bijna een week vloert. Ondertussen tikt de klok door, hebben de bloemenman en zijn dochter kaartjes voor de voorstelling gereserveerd en is de tekst nog steeds niet af.   

Nog enigszins wankel op de benen loop ik de bloemenwinkel weer binnen. Het zweet breekt me uit met twee truien, een jas en een te strak omgeknoopte sjaal. Achter de toonbank tref ik de bloemenman en zijn zwager, die samen de voor deze winkel zo kenmerkende boeketten aan het samenstellen zijn. Felle, gedurfd contrasterende kleuren, bont en vrolijk. Beide mannen beantwoorden mijn vragen over hun vrouw en zus hartelijk en vertellen honderduit over hoe ‘basic’ en gewoon ze eigenlijk was en juist daarom zo bijzonder. Over hoe hoog saamhorigheid bij haar in het vaandel stond en hoe graag ze iedereen bij elkaar zag. Soms een beetje star, maar vooral uitermate positief ingesteld en geboren met ‘t blinde vertrouwen ‘dat alles altijd goed komt’.

In tegenstelling tot de ‘flamboyante’ bloemen in de winkel, ging haar eigen voorkeur uit naar de kleine, eenvoudige blom. “Simpele blauwe bloemetjes met een lekkere geur, daar hield ze van.” Ik krijg voor een habbekrats een enorme, weelderige bos bloemen mee ter inspiratie, die thuisgekomen een ereplaats krijgt op de tafel. De grote witte roos in het midden staat symbool voor het bed van 200 rozen, waarop ze haar liefdevol te ruste hebben gelegd, deze bijzonder gewone vrouw, die ik vandaag ietsje beter heb leren kennen.

Eén dag voordat we het duet samen voor een volle zaal staan te zingen vallen ’s avonds laat dan eindelijk alle puzzelstukjes in elkaar. Ik mail het bestand met aanhef: ‘Halleluja!’ op de valreep naar Barry en print de tekst alvast op leesbrilgrootte uit.

Wanneer ik de volgende ochtend de huiskamer in loop valt mijn blik op de afgedrukte tekst, die naast de vaas op tafel ligt. Uit het boeket is bovenop het bovenste A4-tje een bloemetje gevallen: een klein, eenvoudig, felblauw bloemetje. Ik geloof dat ze het goed vindt.

 

 

 

 

voor het eindresultaat op DEELTIJD collage – Thema #1. ‘Door zonder jou’